Nijmegen

De SP wil een acceptatierecht voor leerlingen op bijzondere scholen. Dit leidt tot een uitbreiding van de vrije schoolkeuze, omdat scholen voortaan alle leerlingen toe moeten laten als de grondslag van de school wordt gerespecteerd.

We breiden het aantal vakleerkrachten gymnastiek in het basisonderwijs verder uit.

We voeren een Sportstrippenkaart in waarmee jongeren samen vanuit school kennis kunnen maken met sportverenigingen in hun eigen buurt.

Geen kind gaat van de basisschool zonder een zwemdiploma.

Het schoolfonds voor alle gezinnen met een laag inkomen blijft in stand. Met dit SP-initiatief krijgen ouders een tegemoetkoming op de aanschaf van boeken, aanvullende leermiddelen, excursies en andere schoolfestiviteiten. Scholen geven in het voortgezet onderwijs een korting van 100 euro per kind en in het basisonderwijs een korting van 50 euro per kind.

De leerlingen krijgen de aandacht die ze verdienen en praktijkgericht onderwijs. Initiatieven daarvoor worden door de gemeente ondersteund.

Samen met bedrijfsleven en beroepsonderwijs wordt een opleidingsverbond gesloten zodat er voldoende geschikte stageplaatsen en leer-werktrajecten komen voor scholieren en (voortijdig) schoolverlaters.

We zetten ons in voor wijkgebonden en kleinschalige vmbo-scholen. Uitgangspunt is maximaal 600 leerlingen. Een grote vmbo-school in Lindenholt voor 840 leerlingen is wat ons betreft te groot.

Samen met het beroepsonderwijs, het voortgezet onderwijs en de nieuwe bovenschoolse voorziening start de gemeente een offensief tegen schooluitval. Het doel is: geen leerling gaat zonder diploma of certificaat van school.

Taal- en ontwikkelingsachterstanden bij kinderen moeten vroegtijdig worden opgespoord door het consultatiebureau. Voor ouder en kind moeten speciale programma's komen om geconstateerde achterstand zo snel mogelijk in te lopen. Ook als pas op latere leeftijd (tot en met 12 jaar) achterstanden worden 'ontdekt' komen ouders en kind voor zo'n programma in aanmerking.

Om achterstanden te voorkomen stimuleert de gemeente dat kinderen vanaf twee jaar tenminste twee dagdelen per week naar de peuterspeelzaal gaan.

Het is niet langer de bedoeling dat kansrijke scholen alleen maar groeien en kansarme scholen leeglopen. Dan betaalt de belastingbetaler enerzijds voor de uitbreiding van een school en anderzijds voor leegstand. Als vrijheid van onderwijs betekent dat we onnodig dubbel moeten betalen, doen wij daar niet aan mee. Daarom is het nuttig dat zogenaamde schoolplafonds worden vastgesteld om ongewenste groei tegen te gaan zodat scholen kleinschalig blijven.